Bodemkwaliteit

Het is voor jou als groenprofessional erg belangrijk om te weten hoe je de bodem zo goed mogelijk beheert. Om je te een extra steuntje de rug te geven, hebben we een korte opfriscursus voor je klaargezet.

De plant

Planten hebben veel invloed op de bodem – en vice versa. Als groenprofessional streef je naar een gezonde balans tussen plant en bodem, zodat ze elkaar versterken en samen sterk groeien.

Zoals we weten, fotosynthetiseren planten: ze halen koolstof, water en voedingsstoffen uit de lucht en de bodem. Ze groeien, maken zuurstof, helpen bij het maken van bodems en zorgen er met hun wortels voor dat deze stabiel en in balans blijven. Uiteindelijk sterven ze af en vormen ze organisch materiaal. Dit wordt weer voeding voor de rest van het bodemleven.

Planten bestaan voor 95% uit koolstof, zuurstof en waterstof. Eiwitten en mineralen vormen de laatste 5%: een klein maar onmisbaar deel. De bodemkwaliteit bepaalt de samenstelling van de plant. Hoe beter de bodemkwaliteit, des te beter de plant voedingsstoffen kan opnemen. Maar om dit te doen, moet de plant wel gezond en sterk zijn. De opgenomen voedingsstoffen staat de plant vervolgens weer af aan de bodem en aan het bodemleven. En zo is de wisselwerking compleet!

Het onderhouden of verbeteren van de bodemkwaliteit vraagt om zorg en aandacht: biologisch, fysisch én chemisch.

Biologisch > Het bodemleven

Wist je dat er in één theelepel gezonde aarde meer micro-organismen leven dan er mensen zijn op aarde? Denk aan bacteriën, schimmels, insecten, etc. Wonderbaarlijk, maar waar. Verreweg het meeste bodemleven bevindt zich in de bovenste 15 centimeter grond.

Het bodemleven voedt zich met mineralen en organische materialen. Deze worden omgezet in voedingsstoffen voor planten. Dit proces noemen we mineralisatie. In ruil voor deze voedingsstoffen, produceert de plant excudaten. Dit zijn de koolhydraten (suikers) en eiwitten die de plant uitscheidt .

Deze wisselwerking gebeurt in de rhizosfeer: een klein laagje direct bij de wortel. Planten kunnen met hun excudaten de juiste bacteriën en schimmels aantrekken, die op hun beurt weer bepaalde voedingstoffen leveren aan de plant.

Een sterk voorbeeld van bodemleven waar de plant voor mee samenwerkt, zijn mycorrhiza-schimmels. Deze schimmels binden zich aan de wortel van de plant en zijn daarmee een verlengstuk van de plant. Hierdoor kan de plant beter bij de iets verder gelegen voedingsstoffen. Daarnaast biedt het ook extra bescherming tegen ziekten en plagen.

Het bodemleven zorgt er in al haar bewegelijkheid voor dat de bodem van dusdanig goede structuur wordt, dat water en zuurstof worden doorgelaten.

Het is belangrijk het bodemleven in stand te houden en te stimuleren. Zo krijg je namelijk een vruchtbare en weerbare bodem. GroenAard is dé leverancier van betrouwbare producten die het bodemleven een extra stimulans geven. Ga naar de pagina ´Bodemverbeteraars´ om te lezen hoe we dat doen of om direct jouw ideale korrel te bestellen .

Fysisch: bodemopbouw

Plantenfysiologie is een brede tak van sport. Het gaat over de textuur, structuur, zuurgraad (pH-waarde), doorlaatbaarheid , het water bufferend vermogen en nog veel meer. De optimale bodem bestaat voor 45% uit minerale deeltjes (zand, zilt en klei), voor 5% uit organisch materiaal, voor 25% uit lucht en voor 25% uit water.

Verschillende grondsoorten voelen verschillend aan. De komt door de deeltjes waar de bodem uit is opgebouwd: zand, klei en zilt of leem. De verhoudingen van deze deeltjes in de bodem bepalen de benodigde grondsoort. Elke bodemsoort heeft eigen, bodem specifieke eigenschappen. Welke dit zijn en hoe je deze het best kunt beheren, lees je op de pagina Bodemsoorten.

De pH

De pH-waarde van de bodem geeft aan hoe het is gesteld met de zuurgraad. Het laat zien hoeveelheid positief geladen waterstofionen er in de bodem zitten in verhouding tot de andere kationen, zoals calcium, magnesium, kalium, natrium en aluminium. Hoe meer waterstofionen, des te lager de pH-waarde en des te zuurder dus de bodem. Hoe meer andere kationen, des te hoger de pH en des te alkalischer dus de bodem. De pH-schaal loopt van 0 tot 14, waarbij 7 neutraal is. De ideale pH-waarde voor de gemiddelde tuin ligt tussen de 6 en 7.

De samenstelling en de activiteit van het bodemleven worden beïnvloed door de pH-waarde van de bodem. Bij een bodem met een pH-waarde onder de 5,5 overheersen de schimmels. Bij een neutrale en basische bodem zijn de bacteriën juist dominant. Structuur bevorderende bodemorganismen, zoals regenwormen en duizendpoten, hebben een neutrale of basische leefomgeving nodig.

De pH-waarde kan dus veel invloed hebben op de balans in de bodem. Op de pagina ‘pH’ hebben we daarom een pH-richtlijn voor je klaargezet.

Chemisch > Voedingsstoffen

De chemische bodemvruchtbaarheid wordt vooral bepaald door macro-elementen, micro-elementen (sporenelementen), de zuurgraad (pH-waarde), het zoutgehalte (EC) en de kationen-omwisselingscapaciteit (CEC).

Macro-elementen

Macro-elementen zijn de belangrijkste voedingsstoffen voor planten. Deze bevinden zich enerzijds van nature in de bodem en kunnen anderzijds worden aangevuld met kunstmest, dierlijke mest en/of compost. Ook kunnen vlinderbloemigen stikstof binden. De macro-elementen zijn calcium (Ca), magnesium (Mg), kalium (K), zwavel (S), fosfaat (P), stikstof (N), natrium (Na).

Micro-elementen

Sporenelementen zijn voedingstoffen waar planten kleine hoeveelheden van nodig hebben. De sporenelementen zijn boor (B), koper (Cu), mangaan (Mn), kobalt (Co), silicium (Si), zink (Zn), ijzer (Fe) en molybdeen (Mo).

© 2024 GroenAard | Algemene voorwaarden | Disclaimer | Privacy verklaring | Technische realisatie HAF Marketing & Sieronline B.V.